Literatuur
- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 20014e druk/1e druk: 1953 [643 blz. ISBN 90.74310.77.X]. Hierin "Sluitsteen": blz. 91, 420 (1e betekenis)
duits
- Koepf, Hans, Bildwörterbuch der Architektur. Deel in de serie 'Kröners Tachenausgabe', nr 194. Stuttgart (Kröner), 1985ongewijzigde herdruk van 2e druk uit 1974/1e druk 1968. [451 blz. ISBN 3.520.19402.3]. Hierin "Schlussstein, Scheitelstein": blz. 335 (1e betekenis)
frans
- Pérouse de Monclos, Jean-Marie, Architecture, Vocabulaire. Deel in de serie 'Inventaire général des monuments et des richesses artistiques de la France. Principes d'analyse scientifique'. Paris (Imprimerie Nationale), 1993. [622 blz. ISBN 2.11.080962.2]. Het boek heeft diverse nummeringen, o.a. per kolom. Hierna worden uitsluitend pagina's opgegeven. Hierin: "Clef", blz. 278, 334
- Vigan, Jean de, Le petit Dicobat. Dictionnaire général du bâtiment. Ris-Orangis (Arcature), 1994. [957 blz. ISBN 2.9504805.2.7]. Hierin: blz. 220-221 ("Clé ou clef", betreft sluitsteen van boog en van gewelf)
- Noël, Pierre, Technologie de la pierre de taille. Dictionnaire des termes couramment employés dans l'extraction, l'emploi et la conservation de la pierre de taille. Paris (SEBTP), 19942e druk/1e druk 1965. [375 blz. ISBN 2.903.248.65.6]. Hierin "Clef": blz. 92